Paul Grégoire |
|
“De expressiviteit van de curve (groei) Als leerling van de vermaarde Hoogleraar Jan Bronner trad hij in diens voetsporen toen hij van 1956-1981 hoogleraar aan de Rijksakademie was. Samen met o.a. de beeldhouwers Piet Esser en Cor Hund behoorde hij tot de School van Bronner. Het was vooral Grégoire die het intellectueel en filosofisch gedachtegoed van Bronner heeft voorzien van nieuwe impulsen en doorgegeven aan zijn leerlingen. Naast een ambachtelijke, vaktechnische opleiding hield voor hem vakonderwijs ook in de artistieke en kritische reflectie op ieder nieuw concept, want “Iedere expressie kent een zekere ‘marge’. Dat geldt voor de proportie maar ook voor het evenwicht.”en “De reflectie hoewel evenzeer uit ‘natuur’ voortkomend en subjectief, is abstract van karakter, zijnde verwant aan de structuur van het denkvermogen. Dientengevolge leidt de weg naar het kunstwerk via een abstraherend gebruik van de expressiemiddelen. Dit houdt in dat het objectieve het subjectieve in het kunstwerk ontmoet en vastlegt.”*) Paul Grégoire was een impulsieve, soms tegendraadse figuur die altijd stond voor zijn principes. Zo ook in de oorlog toen hij als een van de eersten de Rijksakademie verliet uit solidariteit met zijn joodse medestudenten. Op het atelier van Mari Andriessen bracht hij vervolgens de bezettingsjaren door, als uitvoerder van deze beeldhouwer met wie hij zijn afkomst uit een rooms en artistiek veelzijdig milieu deelde. Grégoire was een bevlogen, sterk intellectueel gericht maar toch ook zeer poëtisch ingesteld kunstenaar die viool speelde, gedichten schreef en publiceerde over zijn vak, het laatste niet zelden in polemische zin. **) Het werk van Paul Grégoire past in de traditie van de figuratieve beeldhouwkunst en wordt omschreven als instinctief en religieus, introvert en ambachtelijk verfijnd, als erudiet en virtuoos. In de woelige jaren zeventig van de vorige eeuw werd op de Rijksakademie een felle strijd gestreden tussen academisme en anti-academisme welke uiteindelijk ten voordele van het laatste beslecht werd. Veel docenten van de ‘oude garde’ moesten het veld ruimen. Voor Paul Grégoire betekende dat het einde van zijn loopbaan aan de Rijksakademie. Ter gelegenheid van zijn afscheid schreef hij het boekje “Armatuur”. Bronnen: * Paul Grégoire, Armatuur, Amsterdam 1980 |