“Ik herinner me nog hoe ik mijn vader “Versailles” adviseerde
voor in zijn tuin, om te schilderen, een roos van een heel tere kleur,
en de matpaarse “Magenta”.
Twee schildersrozen.”
“In
december is er niets anders meer dan een zielige stengel met twee uitgemergelde
druiven, sterk gekrompen en donker. Dag na dag is de kleur intenser geworden
terwijl de vorm een zuiverheid kreeg die aan het perfecte grensde. Althans
voor het schildersoog!
Met intense aandacht heb ik het proces tot de laatste druif gevolgd.”
Op de tentoonstelling is een dergelijke druivenaquarel te zien.
Maria
Hofker-Rueter aquarelleerde en tekende vooral bloemen en vruchten en kreeg
naam met haar Tuindagboeken en reisbeschrijvingen.
Zij groeide op in een kunstenaarsgezin. De Amsterdamse Joffers en de kunstschilder
Nico van Suchtelen kwamen geregeld langs in het houten huis in Sloterdijk.
Haar vader was de bekende portret - en stillevenschilder Georg Rueter.
Maria ging naar de kunstnijverheidsschool waar ze leerde kalligraferen,
boekbinden, stempelgraveren en tekenen.
In 1934 ging Maria met haar man, de kunstschilder Willem Gerard Hofker,
in een nieuwe atelierwoning aan de Zomerdijkstraat te wonen.
Zij gingen in 1938 een schilderij van Willem wegbrengen naar Indonesië
waar zij uiteindelijk, mede door de tweede wereldoorlog, acht jaar verbleven.
Terug in Nederland kwamen zij toevallig opnieuw terecht in dezelfde atelierwoning
aan de Zomerdijkstraat. Zij bleven hier wonen tot 1967.
In Indonesië verbleven zij lange tijd in Ubud, op Bali, toen al en
nu nog een bekend kunstenaarsdorp. Maria schilderde hier de tropische
vruchten en gewassen. Zo begon zij aan het grote thema van haar oeuvre.
Terug in Nederland gaat zij “jaarboeken” maken, weergaven
van haar volkstuin in Amstelglorie, die zij sinds1949 bezat. Haar vader
kwam eens kijken en zei: “Jij bent een tuin waard.”
Willem Hofkers commentaar op haar schilderwerk was: ” Maria’s
kracht ligt in het weglaten.” Dit is te zien in haar tuinindrukken:
zij geeft daar alles in essentie weer. Een bloemlezing uit haar jaarboeken
”Schatten van mijn tuin”, zijn gebundeld in 1988 door een
Franse uitgever en later in het Nederlands vertaald. De jaarboeken zelf
zijn in bezit van het Teylers Museum te Haarlem.
In 1992, het jaar dat Maria negentig werd kweekte een bekende Rozenkwekerij
een roos die naar haar vernoemd werd.
Als jong meisje kwam Maria op Ameland en zag daar in 1919 dat de paardenreddingsboot
gelanceerd werd voor een reddingsactie. Zij heeft haar bijdrage aan het
reddingswerk geleverd door na haar dood een boot te doneren met bootwagen
en truck. Deze is gedoopt door mevrouw Zoethout, de huidige beheerster
van de nalatenschap.
|