Annemarie Eilers
Amsterdam, 1933

back

Annemarie Eilers komt uit een milieu van kunstliefhebbers die of boeken uitgaven zoals haar Franse grootvader Emile de la Grange of in kunst handelden zoals haar Hollandse grootvader Petrus Christiaan Eilers en haar vader Piet Eilers, beiden werkzaam bij E.J. van Wisselingh & Co op het Rokin. Bij Van Wisselingh was werk te zien van George Hendrik Breitner , Marius Bauer, Willem de Zwart en van de Franse schilders Jean Corot en Charles-Francois Daubigny. Later werd er ook werk van Vincent van Gogh , Pablo Picasso en Henri Matisse verhandeld.
Haar moeder sprak Frans met Annemarie tot zij naar de kleuterschool ging waar zij niemand verstond. Zij leerde vroeg hoe het is om anders te zijn dan de rest. Haar schoolopleiding verliep in de Tweede Wereldoorlog niet geheel volgens de regels en op het Baarns Lyceum wilde het ook niet erg vlotten. Haar vader besloot haar naar een kostschool in Engeland te sturen, waar ze een jaar moest blijven omdat er nu eenmaal voor was betaald, maar de andere buitenlandse meisjes keerden na Kerstmis niet meer terug. Eilers leerde er pianospelen en vooral schilderen, de kiem was gelegd. Hierna ging zij naar een school in Parijs en woonde bij haar Franse grootmoeder en haar neef. Zo leerde zij haar talen goed spreken.

Eilers is op negentienjarige leeftijd naar de Rijksakademie van Beeldende Kunsten in Amsterdam gegaan. Toen er een mannelijk naakt model stond schrok ze zich een hoedje en smeet de deur weer dicht. Daarna moest ze er toch aan geloven. Zij heeft tijdens haar opleiding aan de Rijksakademie van 1952 tot en met 1955 tekenles gehad van professor Gé Röling en schilderen bij professor Jan Wiegers . Van Wiegers leerde zij ongewoon felle kleuren gebruiken. Dora Esser-Wellensiek leerde zij er kennen en zij bleven hun leven lang vriendinnen.
Haar man Ek van Zanten had in 1955 de Prix de Rome gewonnen en was naar Rome gegaan, zij reisde hem achterna met haar zoon die net was geboren. Later volgden er nog twee kinderen. Bij terugkomst in Nederland woonde zij met haar gezin een aantal jaren aan de Zomerdijkstraat. Samen met Dora aquarelleerde zij in Nederland en Frankrijk, en zij ondernamen een gezamenlijke reis naar Corfu in Griekenland.

Haar stijl ontwikkelde zij in een expressionistische richting die in de loop der jaren een wat behoudender kleurenpalet heeft gekregen. Zij gaf haar onderwerpen een enorme dynamiek mee. De onderwerpen waren onder andere: golven met witte koppen, wolken die woest hun weg gaan, bootjes die schuin varen door harde wind, dansende mensen en mensen in kano’s. Ze werkte veel buiten in de natuur en kon in alle weersomstandigheden aan het werk gaan. Ze genoot later van de luxe om vanuit de auto te werken. Zij zag meteen wat zij wilde schilderen en in welke kleuren. Vooral het werk van Henri Matisse en Nicolas de Staël bewonderde ze.

Les gaf zij in modeltekenen aan de Amsterdamse Modeacademie en ze was ook docent tekenen op de Vrije Leergangen van de Vrije Universiteit in Amsterdam. Eilers is lid van Arti et Amicitae te Amderdam en was aangesloten bij de Vereniging van Bussumse Beeldende Kunstenaars. Verder zat zij in het bestuur van de Kunstuitleen (SBK) in Hilversum en Amsterdam.

Galerie Imago werd door Eilers samen met Hannie Halma opgericht. De galerie aan de Nieuwe Zijdsvoorburgwal toonde werk van onder anderen Geer Steyn en Ida Kleiterp , beide kunstenaars uit de Zomerdijkstraat. Zij werkte in de jaren tachtig en negentig voor de galerie. Eilers heeft veel geëxposeerd in binnen- en buitenland. In 1980 is zij gescheiden van Van Zanten. Zij woont en werkt sinds 1961 in Naarden.

Annette Groos schrijft over het werk van Eilers: "Met name de tekeningen getuigen van een speelse, bijna frivole 'lol' in het gadeslaan en registreren, van kinderlijk plezier in het vertellen over wat ze nu weer heeft meegemaakt."

Literatuur
J.F. Heijbroek, E.L. Wouthuysen, Portret van een kunsthandel. De firma van Wisselingh en zijn compagnongs 1838-heden, Zwolle, Waanders Uitgeverij/Rijksmuseum Amsterdam, 1999.